|
|
Charismatical monologue of Belijn the Ram (Johan Sanctorum: Requiem) - Nathalie Van de Voorde, mezzo
This monologue belongs to the first part of Sanctorum's Requiem, a grotesque adaptation of the medieval Reynart-the-Fox legend, in which each of the protagonists develops his vision of the promised but always delayed Paradise, the empire of the dead King Nobel, whose resurrection at Pentecost by noon everyone is waiting for. But nothing happens, his body starts already smelling because of the spring sun. In the mean time, their utopical visions don't seem to be in harmony, they turn out to be divergent and even contradictory: it is the basic logic of the bizarre and morbid humour, underlaying the whole Requiem. In this song, Belijn the Ram, the priest in the story, describes the coming Paradise as a place of rest, meditation and transcendent illumination. However, already Sanctorum's idea of representing this charismatic character by a female voice, is a neo-Freudian joke: the energetic infrastructure of Belijn's religious inspiration is a biological-sexual one. By identifying the clergyman as an hermafrodite, we realize that Belijn's real power to 'see' and 'feel' things has to be reduced to the vibrations of his/her own body, extending in a totalitarian way into New-Age-sounding prophecies. The song starts undercooled, as a sermon, culminating in an ecstatical dance-melody, and ending again in meditative unconsciousness of the exhausted medium. In the epilogue we recognize a satirical glimpse of Carpentier's Te Deum, better known as the Eurovision-tune: curtain falls.
Sanctorum's Requiem is opgevat als een semi-scenische herwerking van het middeleeuwse Reinaert-verhaal. De politieke satire is toegespitst op de voorgespiegelde paradijsmythe en de waan-idee van een verrijzende vorst: niet toevallig ontstond deze aria in de periode van de dood van Koning Boudewijn, geïdentificeerd met Koning Nobel. De dierlijke gestalten vormden voor de componist het ideale uitgangspunt om het amalgaam van menselijke behoeften, belangen, wensvoorstellingen, driften, reeds zeer herkenbaar in het originele verhaal, tot op een grotesk niveau te etaleren. In het eerste deel van dit Requiem heerst nog het vertoog, in het tweede deel wordt de waanzin manifest doorheen het feest en de gewelduitbarsting die erop volgt (zie Maupertuis, aria van de wolvin). Elk van de zeven hoofdpersonnages etaleert eerst zijn visie op dat aartsparadijs, dat volgens de voorspelling een feit zou worden, klokslag twaalf op Pinksternoen. Maar een onthutsende onverenigbaarheid tussen de utopieën blijkt en het onbehagen groeit, terwijl Nobel's lijk al onfris begint te ruiken door de warmte van de lentezon... In deze aria zet Belijn-de-Ram, de predikant in het Reinaert-verhaal, uiteen hoe hij dat paradijs opvat als een oord van stilte en onbeweeglijkheid, doordrongen van de charismatische geest. Het vertoog is koel, haast lakoniek, vervolgens euforisch-gedanst, om tenslotte terug te eindigen in bezonken stilte en uitputting na de mystieke siddering, met een parodische verwijzing naar het Te Deum van Carpentier, zeer bekend geworden als de Eurovisie-tune. Sanctorum's neo-Freudiaanse benadering van deze charismaticus blijkt echter al doordat de componist de geestelijke met een vrouwenstem identificeert, en dan nog met het explosieve stemgeluid van Nathalie Van de Voorde: heel het register van libido en biologisch-sexuele energie, de ascese en onthouding, weerom gesublimeerd tot visionaire euforie, weerklinkt in deze aria. Zo ontstaat een hermafrodiete kleuring van de ram, wiens lichaam vibreert en tintelt tussen meditatie en extase. De kwaadwilligheid ervan schuilt in het totalitaire en de onderliggende sectaire New Age-filosofie: de Ram denkt voor iedereen, zijn/haar spreektoon is dwingend, vandaar weer het hyperromantisch karakter van deze parodisch getinte muziek, waarin operaliefhebbers vast de atmosfeer en opbouw van de Elsa-monoloog uit Wagner's Lohengrin zullen herkennen: 'Einsam in trüben Tagen...'
Het graf van Nobel de strenge vorst Bereidt zich voor op Zijn ontwaken Als bloemen bloeien, en kikkers kwaken Staat hij op van den groten dorst
En als Hij heeft gedronken Ontglipt een boertje 't koninklijk lijf Dit gas genaamd...Charisma Maakt onze leden stijf.
Niets gebeurt nog in 't luchtledig Roerloos aanschouwen wij 't koningspaar Dat minzaam blikt op zijn trouwe schaar New Age, de wereld rust, zalig en vredig.
Vrienden laat ons vrolijk zijn: Uw rol loopt af, de tijd slinkt Klokslag twaalf als de Koning drinkt Is 't verhaal teneinde... en valt het gordijn!
Music & lyrics: Johan Sanctorum
Other songs from this cd? Click here!
Visit Johan Sanctorum's homepage
Order CD 'Maupertuis' at: SantaLucia_be@yahoo.com
|
|
|
|
|
|
CD: Maupertuis
Label: SantaLucia
Credits: Johan Sanctorum |
|
Copyright notice. All material on MP3.com is protected by copyright law and by international treaties. You may download this material and make reasonable number of copies of this material only for your own personal use. You may not otherwise reproduce, distribute, publicly perform, publicly display, or create derivative works of this material, unless authorized by the appropriate copyright owner(s).
|
|