|
|
« Maupertuis », Madness-song of Hersint (Johan Sanctorum: 'Requiem' )- Nathalie Vandevoorde, mezzo
The framework of Johan Sanctorum's Requiem is the famous French/Flamish medieval legend of Reynard-the-Fox, which is studied by the composer for several years. It is not a 'classical' requiem, but rather a grotesque painting of a decadent society, anxious, violent, corrupt, hysterical, superstitious, in which Flemish/Belgian reality is well recognizable. In this way, the composer restores the satirical undertone of the original story, written in the XIIIth century by the mysterious Willem of Madoc. In Reynard, men lose themselves in idle social Utopias, women are dreaming away in erotical fantasies. The anarchistic Fox interferes, appears and disappears in both: he misleads men and seduces women. In this title song of the cd 'Maupertuis', the crazy Hersint tells about her mystical-erotical meeting with the fox, which brought her into a wild, ecstatical mood, relieved by mystical encounters in her own body, vanishing at the end in deep melancholy. Sanctorum plays with the double meaning of 'Maupertuis', as the old French name of the Fox's hole (Maupertuis, 'bad place', probably also some anal connotations...), and on the other side the name of the XVIIIth century philosopher-mathematician Pierre Louis Moreau de Maupertuis, to whom King Frederic II of Prussia wrote... 'Maupertuis, cher Maupertuis, que la vie est peu de chose'...adopted by the composer as the refrain text of this neoromantic ballad.
Sanctorum's bewerking van het "Reinaert"-epos tot scenisch Requiem krijgt de vorm van een millenarische groteske, toegepast op de Belgische situatie, met dezelfde ingrediënten als het middeleeuws origineel: politiek-sociale satire, vermengd met talloze culturele referenties die een erudiet auteur (de geheimzinnige Willem van Madoc, auteur van het XIIIde eeuwse verhaal) doen vermoeden.... en doordesemd van erotische connotaties waarvan de vos als fallussymbool zelf het middelpunt vormt. Van dit laatste is de ballade van de wolvin een frappante uitwerking: als zottin en kermisattractie vertelt zij hoe de vos haar "bezocht" en ze met hem in haar eigen ingewanden reisde. De componist speelt hier met de dubbele betekenis van 'Maupertuis', als oude Franse benaming voor het vossenhol ("slecht gat" of "verkeerde plaats", wellicht ook verwijzing naar de anus), en de naam van de 18de-eeuwse filosoof-wiskundige, waarvoor Frederik II van Pruisen dichtte: "Maupertuis, cher Maupertuis, que la vie est peu de chose"... meteen de refreintekst. De ballade neemt in het midden een mystieke wending wanneer ze in de kern van haar vrouwelijkheid (baarmoeder, hystera) een vage god-vaderfiguur opmerkt die slechts pijnlijk glimlacht en afscheid neemt. Ontdaan en nog eenzamer dan voorheen laat het "vosje-in-het-bosje" de hysterica achter...
Het sluwe vosje sloop gezwind door het klein bosje naar het huisje van Hersint die in elkaar gedoken sliep. Met kop en oren in haar schoot verzonken droomde de wolvin dat zij met smaak haar eigen vlees en bloed verslond. Zeer galant klopte hij aan de poort: Pardon Madame, slaap maar rustig voort... Ik zoek de weg naar... Maupertuis! Uit diepe slaap kwam toen haar wederwoord: Maupertuis... nooit van gehoord... Maupertuis... nooit van gehoord... (Toen liep het helemaal verkeerd.) Met veel plezier aanvaardde de gast mijn invitatie, binnen werd buiten, buiten werd binnen, ik geraakte in mijzelf gekeerd!
In de duisternis van mijn wildernis is alles nacht, is alles goed... Langzaam klommen wij naar het zachte licht van vlees en bloed, langs 't kloppend hart. Niet éénmaal zag ik zijn gezicht... "Maupertuis"... "Maupertuis"? Iets... klinkt na uit een ver verleden... Vergeten... niets... nooit...
Maupertuis, cher Maupertuis, Que la vie est peu de chose, Maupertuis, cher Maupertuis, Cités obscures, la vie en rose... Hij trekt me mee in zijn zog, een stroom tilt ons op, ik zweef in een zee... van... dieren die dansen door elkaar heen hier en daar, door elkaar heen en weer, door elkaar, Zacht volgen golven 't kloppend hart dat hoger, steeds hoger, de stroom opwaarts stuwt, Alles loopt over.... In een bitterzoet hoogmeer waar alle druppels als parels het hooglied zingen van hun bron: Het stralend gewelf aan de hemel, dauwtranen wenende schedel, leeg ... doch neen: Daar lag een man vastgebonden op de hersenstam, met zeven naalden door zijn oog als wachtte hij op wat niet kwam en nooit meer komen kan.... In stille pijn keek hij mij teder aan... Schichtig gleed mijn gezel heen, neerwaarts naar de vleugels van de achterpoort dreef een lichte bries ons voort.... Voort, voort, voort, terug naar beneden!
Maupertuis, cher Maupertuis, Que la vie est peu de chose, Maupertuis, cher Maupertuis, Cités obscures, la vie en rose, Van hoog naar diep wervelt alles met ons mee. Langzaam gleed het vosje heen... Adieu... good-bye...vaarwel... sluwe vosje in het bosje... Toen was Hersint weer alleen, helemaal alleen.
Music: Johan Sanctorum Lyrics : Johan Sanctorum
Other songs from this cd? Click here!
Visit Johan Sanctorum's homepage
Order CD 'Maupertuis' at: SantaLucia_be@yahoo.com
|
|
|
|
|
|
CD: Maupertuis
Label: SantaLucia
Credits: Johan Sanctorum |
|
Copyright notice. All material on MP3.com is protected by copyright law and by international treaties. You may download this material and make reasonable number of copies of this material only for your own personal use. You may not otherwise reproduce, distribute, publicly perform, publicly display, or create derivative works of this material, unless authorized by the appropriate copyright owner(s).
|
|