Lyrics
Refrein:
Lief dagboek hier ben ik weer, gisteren was mijn eerste keer.
Hij was lief, het was zo fijn, al deed het soms een beetje pijn.
Ria loopt wat door haar kamer, moet je die troep nu eens zien.
Wanneer wordt ze nou volwassen, ze is toch bijna zeventien.
Haar kleren liggen door haar kamer, op hoopjes her en der verspreid.
Aan de muur daar hangt een foto van haar eens zo kleine meid.
Ze zucht en pakt de vuile kleren, daaronder ligt een sigaret.
Ze wist niet eens dat haar kroost rookte en kijkt verschrikt onder het bed.
Daar ligt haar dagboek bloot en open en hoewel ze weet dat het niet mag.
Kon ze het lezen toch niet laten, je wil niet weten wat ze zag...
Refrein
Ze beschreef in geur en kleuren, wat ze gisteren had beleefd.
Dat hij haar zo teder kuste, dat ze heel veel om hem geeft.
Dat ie vroeg 'Wat wil je drinken?' en 'Ga je straks nog even mee?'
Dat ze echt niets liever wilde, want die goser was okee.
Dat ze samen gingen douchen, dat ze langzaam werd ontbloot.
En verwonderd overdonderd dacht; 'Wat is zo'n piemel groot'.
Ria moest heel even slikken, uit haar ogen kroop een traan.
De letters werden daardoor troebel dus las zij weer (van) bovenaan
Refrein
Als Henk thuis komt van zijn werk zegt Ria wat ze heeft gezien.
Dat hun dochter stiekem rookt en ontmaagd is bovendien.
Henk gaat zelf naar haar kamer en leest even in dat boek.
Onthutst zegt hij tegen Ria; 'Die gosert komt straks op bezoek
om zich even voor te stellen.' 'Nou dan krijgt die lul een lel!'
en nog geen vijf minuten later, trekt er iemand aan de bel.
Henk zegt voor die los gaat maken; 'Ik slaat die mafkees kort en klein!'
Ria hoort een jongensstem die zegt; 'Hallo, ik ben Martijn.'
|